....
De voorgeschiedenis
In 1977 kochten Kees en Birgitte Beaart op een veiling een weiland aan van 1,2 hectare, gelegen aan de Oudelandseweg bij Ouderkerk aan den IJssel. Hun doel was een stuk natuur aan te leggen met een zo rijk mogelijke variatie aan inheemse soorten planten en dieren. Bovendien wilde Kees ervaring opdoen met groenbeheer zonder bestrijdingsmiddelen.
Beplantingsplan
Na aankoop werd door Staatsbosbeheer een beplantingsplan opgesteld dat in 1977 en 1978 door Birgitte en Kees, met behulp van enkele vrijwilligers, werd uitgevoerd. De aanplant bestond uit ongeveer 8.000 bomen en struiken, vrijwel zonder uitzondering inheemse soorten. Enkele bekende uitheemse soorten vormen hierop een uitzondering, zoals den, spar en larix. Kees en Birgitte noemden het terrein ‘Natuurrijk’.
Uitgraven
Enkele jaren later werd begonnen met de aanleg van poelen. Daartoe werd eenmalig een kraan gebruikt. De uitgegraven veengrond werd direct rond de gegraven poelen aan de kant van de beplanting aangebracht, waardoor kleine wallen ontstonden. Na aanleg zijn de poelen uitsluitend met handkracht op diepte gehouden. Dit omdat zware machines de bodemstructuur en aanwezige planten en dieren zouden schaden.
Geen bestrijdingsmiddelen of mest
In de jaren zeventig van de vorige eeuw hadden gemeenten en andere overheidsinstellingen bij het beheer van groen vrijwel uitsluitend aandacht voor de aangeplante bomen en struiken. Bijna overal werd de bodem tussen die bomen en struiken rijkelijk besproeid en bestrooid met chemische bestrijdingsmiddelen. Daardoor werden ook vele soorten planten en dieren bestreden, die anders tussen de begroeiing zouden kunnen leven. Het beheer van Natuurrijk daarentegen is gericht op het bevorderen van een zo groot mogelijke variatie aan inheemse planten en dieren. Bestrijdingsmiddelen zijn daarbij uit den boze. Deze giffen worden immers speciaal gefabriceerd en toegepast om planten en/of dieren te doden of af te weren. Daarmee wordt de zo noodzakelijke variatie in de natuur teniet gedaan. Ook meststoffen zijn op Natuurrijk taboe, aangezien door bemesting veelal de groei van snel groeiende en veelal woekerende soorten wordt bevorderd, die minder algemene soorten verdringen.
Stichting Natuurverrijking
Om anderen ertoe aan te zetten natuur zonder bestrijdingsmiddelen te beheren, werd op initiatief van Kees Beaart in 1983 de Stichting Natuurverrijking opgericht. In dat jaar verscheen tevens de eerste druk van de uitgave ‘Naar Natuurrijk Groen’, die naar alle Nederlandse gemeenten werd toegestuurd. Er volgden nog veel andere uitgaven van de Stichting Natuurverrijking over risico’s van bestrijdingsmiddelen en de alternatieve mogelijkheden, waaronder de publicaties ‘Groene Gemeenten’, ‘Bestrijden in de moestuin’ en ‘Bestrijdingsmiddelen Fabeltjesboek’, maar ook drie boekjes over ’s werelds meest gebruikte werkzame bestrijdingsmiddel glyfosaat, met als bekendste merk Roundup. Tussen 1983 en 2005 werden bijna jaarlijks onder meer alle Nederlandse gemeenten en provincies aangeschreven om hen ertoe aan te zetten hun groen en bestrating zonder bestrijdingsmiddelen te gaan beheren. Van de zogenoemde Groene Lijst, met de namen van gemeenten die geen bestrijdingsmiddelen in het groen en/of op bestrating gebruikten, verschenen van 1984 tot 2005 twaalf versies, die telkens met diverse boekjes, brochures en verdere informatie naar alle gemeenten en provincies werden verzonden. Al deze acties en publicaties hebben succes gehad: veel gemeenten hebben hun bestrijdingsmethoden aangepast.
Lobby Tweede Kamer
Tussen 2005 en 2015 heeft Kees als vrijwilliger namens verschillende natuur- en milieuorganisaties gelobbyd bij leden van de Tweede Kamer en bij ministeries, om overheden en gebruikers van bestrijdingsmiddelen meer bewust te maken van de risico’s en de neveneffecten van deze giffen en om te bepleiten het gebruik van deze middelen te verminderen. Mede door de activiteiten van Kees is het gebruik van bestrijdingsmiddelen in het groen en op bestrating de afgelopen decennia drastisch beperkt.
In de loop van de tijd hebben Natuurrijk en de denkbeelden over natuurbeheer aandacht van radio en pers gekregen. In het programma 'Vroege Vogels' kwam Kees Beaart verschil-lende malen aan het woord. Een artikel in 'Het Kontakt' leverde veel reacties op.
Wij zijn, met ruim 100 organisaties, supporter van 'Samen voor Biodiversiteit'. Alle organisaties werken aan het Deltaplan voor het herstel van de biodiversiteit. Hieronder een link naar de website waarin een stuk over Natuurrijk staat.
Behalve een jaarplan stelt het bestuur tevens een beheerplan op, steeds voor een periode van ten minste vijf jaren. Dit beheerplan bevat meetbare doelstellingen en een prioritering van deze doelstellingen.
Beheerplan 2020-2024 Natuurrijk
Het beheerplan voor Natuurrijk, dat betrekking heeft op de jaren 2020 tot en met 2024, bevat allereerst enkele algemene uitgangspunten, zoals het niet gebruiken van chemische bestrijdingsmiddelen en van meststoffen, het niet jagen in het gebied en het beperken van bezoek aan het gebied gedurende het broedseizoen. Daarnaast bevat het beheerplan een overzicht van de werkzaamheden die jaarlijks op Natuurrijk (moeten) worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden worden in vier à vijf perioden van enkele maanden onderverdeeld.
Het volledige Beheerplan 2020- 2024 treft u onderstaand aan (pdf).
In de Krimpenerwaard leven veel specifieke soorten dieren, bomen en planten die in onze polder, een veenweidegebied, thuishoren. Als gevolg van de huidige intensieve veehouderij gaat het slecht met weidevogels als kievit, grutto en tureluur. Wellicht helpen de vele miljoenen die de overheid uitgeeft voor het herstel van de grutto- en kievitpopulatie, maar als niet-agrariër kunnen we daar helaas niet veel aan doen.
Een typische boomsoort voor de Krimpenerwaard is de zwarte els. In de polder stonden vroeger veel meer elzen en andere bomen dan tegenwoordig. Vooral in en na de tweede wereldoorlog nam het aantal bomen drastisch af. Ze werden gebruikt als brandhout en van herplanten kwam het vaak niet doordat de meeste agrariërs bomen lastig vinden en geen zogenaamd geriefhout, hout voor eigen gebruik, meer planten. Bomen staan in de weg bij het maaien en bemesten, nemen ruimte in waar gras kan groeien en geven schaduw, waardoor het gras minder snel groeit. Met het feit dat het vee op zonnige dagen graag in de schaduw staat, wordt zelden rekening gehouden. Elzen die in weilanden en langs sloten opkomen worden afgegraasd en afgemaaid en krijgen weinig of geen kans op te groeien.
In de vele miljoenen jaren waarin planten, dieren en uiteindelijk mensen op aarde leven, zijn veel diersoorten zich gaan specialiseren om met en op elzen te leven. Daarmee is de zwarte els een icoonsoort voor de bevordering van de biodiversiteit in de Krimpenerwaard. Diertjes die vrijwel uitsluitend samen met elzen kunnen leven en daaraan ook hun naam te danken hebben, zijn bijvoorbeeld het elzenhaantje, de elzenbladwesp, elzenbladvlo, elzenoogbladroller, elzenuil, elzenvlieg en elzenwespvlinder. Planten die bij en op elzen leven en hun naam aan de els danken, zijn de elzenweerschijnzwam, de elzenvlag en het elzenmos. En dan zijn er nog veel meer diertjes die vrijwel uitsluitend op elzen kunnen leven, maar niet naar de els vernoemd zijn. Eén van de vele voorbeelden daarvan is de larve van de Eriocampa ovata, een sluipwesp die, zoals de meeste sluipwespen, nog geen Nederlandse naam heeft gekregen, maar die we op de wijze van Johannes Goedaert (1617-1668), die als eerste de metamorfose (gedaanteverandering) van ruim honderd soorten diertjes beschreef en veelal een Nederlandse naam gaf, gezien het uiterlijk van de larve, de spookbladwesp kunnen noemen. Kortom, de zwarte els speelt een grote rol bij het behoud en herstel van de biodiversiteit, vooral als we bedenken dat nog veel meer soorten dan de hiervoor genoemde, zich voeden met diertjes die op de elzen leven. Kleine diertjes, zoals roofwantsen, maar ook vrijwel alle vogels kunnen niet leven zonder insecten en andere kleine diertjes. Dat geldt niet alleen voor weidevogels en insectenetende vogels, maar ook voor zaadetende soorten, die hun jongen niet groot kunnen brengen zonder eiwitrijke kleine diertjes. Zaadetende vogels als sijs en putter smullen 's winters graag van de zaadjes in de vruchten van de els, de elzenproppen.
Als supporter van het Deltaplan voor Biodiversiteitsherstel deelt Stichting Natuurrijk zaailingen van de zwarte els uit aan mensen die geen gif in de tuin gebruiken, maar juist willen genieten van alle kleine en grotere diertjes die op en bij de els te zien zullen zijn. In het voorjaar verschijnen de mannelijke en vrouwelijke elzenkatjes. De wind zorgt ervoor dat de vrouwelijke katjes bestoven worden, waarna de vruchten, de elzenproppen, gaan groeien. Plant het boompje in de tuin op een plek waar licht en ruimte is. Geef na het planten ruim water. De boom kan hoog worden, maar verdraagt snoeien heel goed. Snoei bij voorkeur in de winter, als de vogels het zaad uit de elzenproppen gegeten hebben.
De toekomst
Kees en Birgitte Beaart hebben, met hulp van een klein aantal vrijwilligers, Natuurrijk ruim veertig jaar lang op eigen kracht beheerd. Zo lang zij dat kunnen, willen zij dat graag nog blijven doen. Tegelijkertijd hebben zij maatregelen genomen om de toekomst van dit natuurgebied ook op langere termijn veilig te stellen en om nieuwe vrijwilligers bij het beheer en het onderhoud van Natuurrijk in te schakelen.
Daartoe is in april 2019 de Stichting Natuurrijk opgericht. Het natuurterrein, inclusief alle gereedschappen en andere materialen die bij het onderhoud worden gebruikt zijn overgedragen aan de stichting.